Manifesto                          

Procedure en criteria voor toelating excellente leerlingen

In de Manifesto-groepen


 

 

Deze beschrijving van procedure en criteria voor de eventuele toelating van excellente leerlingen in de Manifesto-groepen is opgesteld ter informatie en verduidelijking voor alle betrokkenen bij Manifesto.

 

Algemeen
De manifestogroepen zijn voor die kinderen die werkelijk hoogbegaafd zijn en daardoor ook sociaal emotioneel in de knel komen. Zij kunnen zich  daardoor niet goed  ontwikkelen. Ongeveer 2% van het aantal kinderen op school is hoogbe-gaafd. We zoeken alleen de kinderen van groep 5-8. Dan praten we over onge-veer 1 tot 2 % van het aantal leerlingen.

 

Er wordt daarom heel kritisch gekeken naar de aanvragen. De kinderen die de ondersteuning vanuit Manifesto het hardst nodig hebben, worden geselecteerd.

 

Het verschil tussen meerbegaafd/hoogintelligent en hoogbegaafd is te vinden in de bijlage, onderaan dit document.

 

De criteria voor Manifesto

  1. De doelgroep heeft vaak uitstekende resultaten op methodegebonden en methode onafhankelijke toetsen. Vooral de vakgebieden rekenen en begrijpend lezen zijn belangrijk.

 

Een voorsprong van 1 jaar en 6 maanden of meer op beide vakgebieden komt vaak voor. Het gaat hierbij om zgn. A+ leerlingen.

Dat is echter niet altijd zo. Er zijn ook onderpresteerders die in aanmerking komen. Hiervoor zijn andere argumenten doorslaggevend.

Op alle scholen wordt in groep 4 de NSCCT-toets afgenomen. D.m.v. deze toets worden onderpresteerders gesignaleerd.

 

  1. Om de kenmerken in beeld te krijgen, worden deel 1 en deel 2 van  signaleringslijst 1.B./3-8, 2b en 3b uit het Sidi-protocol ingevuld. Volgens de afspraken binnen het SWV wordt het Sidi-protocol op alle scholen gebruikt.

 

  1. Naast deze kenmerken kan er sprake zijn van leer- en sociaal-emotionele en/of psycho-sociale problematiek in de ruimste zin van het woord.  Om hier zicht op te krijgen is een uitdraai uit ZIEN, SCOL (‘leerlingenoverzicht schoolloopbaan’ van de betreffende leerling van belang) of soortgelijk volgsysteem belangrijk.

Procedure

  1. De werkgroep Manifesto buigt zich de eerste week van april over de aanmeldingen en geeft daarover z.s.m. terugkoppeling aan de scholen die een kind/kinderen hebben aangemeld. Als de werkgroep een positief besluit heeft genomen ontvangt de school zo spoedig mogelijk daarna de informatie voor het vervolg van de procedure.

 

  1. Mocht een kind in aanmerking komen voor Manifesto, dan bespreekt de school de aanmelding van het kind met de ouders, met de restrictie dat toelating niet gegarandeerd is, maar dat de werkgroep selecteert en het definitieve besluit neemt.
     
  2. De basisschool neemt contact op met de ouders om daarvan melding te maken en verder met hen te overleggen.

 

Standpunt bestuur SWV
- De meerbegaafde of hoogintelligente kinderen krijgen een aanbod binnen de
  eigen basisschool.
- De hoogbegaafde kinderen krijgen een passend aanbod in de
  Manifestogroepen.

 

Bijlage: Verschil tussen intelligente en (hoog)begaafde leerlingen

Hoogintelligente leerling

(hoog)begaafde leerling – Manifesto leerling

Kent de antwoorden

Heeft altijd vragen

Is ervaren in het van buiten leren

Is een groot “gisser” (probeert af te leiden uit de context)

Is geïnteresseerd in objecten

Is een zeer nieuwsgierige onderzoeker

Is gefocust en oplettend in de klas

Is mentaal en fysiek betrokken, soms afwezig hierdoor, wegdromend

Houdt van simpele logica

Drijft op complexiteit

Houdt van woorden

Gebruikt vaak ongewoon complexe vocabulaire

Heeft goede ideeën

Heeft flitsende, gekke, onnozele,  vreemde ideeën.

Werkt hard

Hangt wat rond en probeert uit/test uit

Beantwoordt de vragen

Discussieert in detail, is kritisch, bewerkt stellingen

Presteert bovengemiddeld in de klas

Kan bovengemiddeld, maar ook gemiddeld of beneden-gemiddeld presteren

Hoort bij de top van een groep

Vaak een eenling

Luistert met interesse

Laat sterke gevoelens en opinies zien

Leert gemakkelijk

Weet het vaak al

Heeft 6 á 8 herhalingen nodig voor meesterschap

Meesterschap na 1 á 2 oefeningen

Begrijpt ideeën

Ontwikkelt en bewerkt ideeën

Geniet van leeftijdgenoten

Prefereert vaak ouder gezelschap

Begrijpt de bedoeling of betekenis

Onderzoekt de toepassingen

Maakt zijn werk af

Start projecten

Kopieert nauwkeurig

Creëert nieuwe projecten

Houdt van school

Geniet van leren/ontdekken

Technicus

Uitvinder

Is tevreden over eigen leren/kunnen

Is hoogst zelfkritisch

(Bron: Hoving-Huizing, 2008)